Het verhaal van Cpt CLEMENT ROBERTSON en Pvt CYRIEL ALLEN.

4 OKTOBER 1917
WE WILL REMEMBER HIM
Clement Robertson

Clement Robertson werd geboren in 1892 in Pietermaritzburg in Natal, Zuid-Afrika, om in 1895 terug te keren naar Engeland. Zijn 4 broers en hijzelf waren goede tennissers en golfspelers.

Na zijn studies aan het Trinity College in Dublin, was hij vlak voor de oorlog werkzaam als ingenieur in Egypte rond de Nijl. Hij gaf zijn carrière onmiddellijk op bij het uitbreken van de oorlog en haastte zich naar Engeland om zich te laten inlijven bij het leger.

Robertson was aanvankelijk een tankcommandant. Tijdens de slag om Mesen ontsnapte hij ternauwernood aan de dood. Niet lang daarna werd hij bevorderd tot kapitein.

De voorbereidingen die kapitein Robertson trof voor de aanval over de oostrand van het Geluveldplateau op 4 oktober 1917 waren nauwgezet en onze sectiebevelhebber werkte zich uit de naad om, vaak onder hevig granaatvuur, fluorescerende tape aan te brengen langs de route die zijn tanks zouden moeten volgen over de omgewoelde wildernis in de richting van het front bij Polygoonbos.

Zijn gevaarlijke job begon bij Observatory Ridge aan de rand van Sanctuary Wood ten oosten van Zillebeke. Alleen begeleid door zijn ordonnans private Allen, markeerde hij in 2 nachten de route tot aan Stirling Castle, ongeveer 900 meter. De volgende dag gidste hij zijn 4 tankcommandanten over het terrein dat zij zouden moeten oversteken bij Stirling Castle tot aan Black Watch Corner en vandaar langs de restanten van de Hooge Reutelweg naar de frontlinie.

Bij het invallen van de duisternis op 3 oktober begaven hij en Allen zich weer op pad om de resterende afstand van Stirling Castle tot aan het vertrekpunt bij Black Watch Corner verder van tape te voorzien. Het was een desolaat stuk terrein waar nog maar pas zwaar was gevochten. Robertson keerde daarna terug om zijn tanks klaar te stomen voor de aanval van de volgende morgen. Tegen 3u 's morgens, na 4 slopende dagen zonder enige slaap, was sectie nr. 12 in positie.

Hun taak was cruciaal. Zij moesten ondersteuning geven aan de infanterie die moest oprukken in de richting van de bunkers die een obstructie vormden naar de Reutel. Tanks konden in elk geval aan de rechterkant wel degelijk een rol spelen. De weg naar de Reutel bood hen tenminste wat vaste grond. Ondersteuning van een tanksectie was geen overbodige luxe.

Robertson was dus vanaf 30 september onophoudelijk in de weer geweest en nam enkele uren rust, maar op 4 oktober om 6 u. stond hij alweer klaar om zijn team naar de startpositie te loodsen voor de eigenlijke aanval.

Hij had eigenlijk geen keuze... zijn tankbemanning met hun beperkt gezichtsveld, zou in het schemerduister nooit op de al zwaar gehavende weg, het juiste spoor kunnen houden. Dus hij besliste om zijn team te voet, met alle gevaren van dien, te begeleiden.

Cruciaal was het vermijden van de 800 meter lange strook moerasgrond rond de Polygoon- en Reutelbeek. Vlakbij de Merlijn was zijn geluk op en is hij door mitrailleurvuur in het hoofd geraakt.

Drie van zijn tanks hadden hun doel bereikt en schakelden vele Duitse verzetshaarden uit en openden de weg voor de infanterie. De geschiedschrijver van het tankkorps, omschreef het als één van de moedigste ondernemingen van de oorlog.

Robertson was een toegewijde officier die erg bewonderd werd. Een collega omschreef hem als: 'heel populair, zowel bij de mede-officieren als bij de NCO's en bij de mannen onder zijn bevel . Vooral door zijn nooit aflatende vrolijkheid en zijn vriendschap won hij de harten van al wie met hem te doen had.'

Zijn moeder die in Delgany woonde in het graafschap Wicklow, ontving zijn Victoria Cross tijdens een plechtigheid in Dublin op 27 maart 1918.

Kapitein Clement Robertson sneuvelde op 50 meter van de Merlijn op 4 oktober 1917. Hij werd begraven op Oxford Road Cemetery, Plot II, ROW D, Grave 7.

Private Cyril Sheldon Allen kreeg de Distinguished Conduct Medal voor zijn acties. Hij sneuvelde tijdens de slag om Cambrai op 20 november 1917. Zijn laatste rustplaats is onbekend, maar zijn naam werd bijgeschreven op paneel 13 van het Cambrai Memorial in Louverval.

Dankbare Bron : Filip Debergh

We voelen ons zeer vereerd dat we samen met hun familieleden uit Engeland, Ian Robertson en John Allen en TANK MEMORIAL YPRES SALIENT een blijvende gedenkplaat geplaatst hebben bij de Merlijn (april 2015).

In de Merlijn blijft zijn verhaal zeker verder verteld en herdacht met veel dankbaarheid!